MIJN MUZIEKVERLEDEN

"DAMN RIGHT I'VE GOT THE BLUES" is de titel(song) van de cd uit 1991 van Buddy Guy, een Amerikaanse Blues- en rockgitarist en zanger. Zijn café "Buddy Guy's Legends" is een van de bekendste Bluesclubs in Chicago, de Windy City in de staat Illinois (VS).

Het is ook mijn antwoord op de vraag of ik vind dat ik "de Blues" heb. In 1999 op Dallas Airport, waar een Bluesreis door de Midwest van de VS aanving, werd me de vraag gesteld door een douanebeambte. "You got the Blues, Peter?" Mijn antwoord toen was "I sure do". Toen nog wat twijfelachtig, maar het was nu eenmaal "the purpose of my visit" (niet wetende wat me op Bluesgebied nog allemaal te wachten stond in de jaren die volgden). Maar wat is dat dan: de Blues hebben? Of beter nog: wat is de Blues eigenlijk? Iemand definieerde het ooit aan me als "smartlap van de zwarten", en al klinkt dat wat oneerbiedig, feitelijk klopt het wel. Want de term smartlap wordt gedefinieerd als een benaming voor het levenslied en dan vooral voor die vormen van het levenslied waarin een larmoyante (overdreven sentimenteel) geschiedenis wordt verteld. En de Blues is als het levenslied, vol emoties, ellende en sentiment. Maar er is niets overdrevens aan dat sentiment: in de teksten en muziek heerst nu eenmaal, van oorsprong toch, een melancholische stemming die voortkwam uit de ellende van de Afro-Amerikaanse bevolking in de Verenigde Staten in de tijd van de slavernij, maar ook daarna.

Voor het antwoord op de vraag waarom of hoe ik zelf een passie voor de Blues ontwikkelde, moet ik terug in het verleden. En dan blijken er genoeg momenten te zijn geweest waarop ik in aanraking kwam met Blues, Bluesrock, en andere "afgeleiden" van de Blues.


Muziek roept behalve emotie ook dikwijls herinneringen en associaties op. Zo ook bij mij. We hadden vroeger thuis een radio in de huiskamer staan, begin jaren zestig een klein zwart toestel met zo'n groen oog, later vervangen door een houtkleurige stereoradio van het merk Philips.

Nog wat later was ik maar wàt blij met mijn eerste transistorradio, al was het er eentje met uitsluitend een ruisend middengolfgeluid.

Maar de radio in onze huiskamer stond zelden aan. Moeder deed haar huishouden in stilte. In tegenstelling tot de buurvrouw, die zowat de hele dag liedjes neuriede of meezong met muziek op de radio, maar dan uitsluitend Nederlandstalige smartlappen. Ik herinner me "Waarom heb jij me laten staan?" uit 1967 (de doorbraak voor de Geldropse Heikrekels) en de "Zuiderzeeballade" (geschreven door Willy van Hemert), een nummer uit 1960 dat in de hitlijsten kwam in 1962.

Op de vrije woensdagmiddagen zat ik vaak bij de buren. Stripboeken en jeugdbladen lezen en luisteren naar de radio. Als kind was ik gefascineerd door nummers als "Paint It Black" van The Rolling Stones en "Little Man" van Sonny & Cher, beiden uit 1966. (Meer Top 40-geluid uit dat jaar, KLIK HIER.)


The Rolling Stones - "Paint it black"

Sonny & Cher - "Little man"


BEGIN JAREN 70

Een paar jaar later deed de draaitafel zijn entree in huis. Het eerste singletje dat ik kocht (1971, 11 jaar oud) was allesbehalve pop of rock:




Peter Orloff - "Ein mädchen für immer"

De eerste langspeler die in mijn bezit kwam, in december van dat jaar, was "Seven Tears" van Golden Earring, gekocht van de eerste platenbon die ik kreeg voor mijn verjaardag.

Luister hier naar een track van het album:

Golden Earring - "You're better off free"

Het was dè band en dè lp van het jaar, en Cesar Zuiderzijk was dè drummer van het jaar, volgens het muziekblad "Muziek Express", dus ik had wat in huis! Ondanks die eerste aankopen zou ik toch durven zeggen dat ik, vooral later, thuis met Blues (maar ook Country en Rock) ben opgegroeid. Via de radio, maar vooral door de platencollectie van mijn oudste broer en zus. Nederlandse bands als The Bintangs, Livin' Blues, Cuby & The Blizzards, maar ook Johnny Winter, Canned Heat, Black Sabbath, Jimi Hendrix, Alvin Lee/Ten Years After. Mijn zus droeg haar portie bij in de vorm van vooral Westcoast- en Countrymuziek (Byrds, CCR, Eagles, Flyin' Burrito Brothers, Tumbleweeds en singer-songwriters als John Denver).


Het album "Woodstock" (maar liefst 3 lp's met muziek van het befaamde festival in 1969) vond ik geweldig. Zelf was ik er uiteraard niet aanwezig, maar het sfeertje van de foto's op het album heeft me altijd aangesproken. Klik op de button voor het verhaal rond Woodstock (met line-up en setlists), een link naar een YouTube-pagina en een filmpje als sfeerimpressie.



Aangezien lp's te prijzig waren voor mijn schamele budget, bleef het kopen van vinyl beperkt tot singletjes die net of al wat langer de Top 40 hadden verlaten, en dus voor een fractie van de oorspronkelijke prijs werden gekocht bij elektro- en muziekwinkel van Duppen in Asten of bij de Muziekfontein in Asten, later Deurne. Ook bij de "2001 Verzenddienst" in Utrecht waar je oude singles kon kopen, waren mijn tweelingbroer en ik vaste klant.

Van 12 tot 16 jaar ging ik wekelijks op vrijdag- en zondagavond naar de Instuif, een jongerensoos in de kelder van het Gemeenschapshuis in Asten. Voor de meiden en voor de muziek. Een kroeg was vanwege de leeftijd nog verboden gebied. En het was de tijd van de "keten": garages, bergingen, stallen of zelfs afgedankte bestelbusjes die werden aangekleed met posters van artiesten en bands uit de popbladen (zoals de Muziek Express en Popfoto), gekleurde lampen en spotlights, visnetten aan het plafond met kerstverlichting er doorheen gevlochten, matrassen op de grond, en niet te vergeten een discotheekje. Elke vriendenclub had zo wel ergens een onderkomen. Daar brachten veel jongeren hun vrije tijd door met muziek luisteren, babbelen, roken, nu en dan een fuif-met-bier en niet te vergeten zoenen met de vriendinnetjes waar we contact mee hadden. Zo ook bij ons thuis, waar mijn ouders ondanks de beperkte ruimte, de berging aan ons ter beschikking stelden onder het motto "dan zijn ze van de straat af".

Muziek kwam in het begin uit ouwe buizenversterker waarop een pick-upje was aangesloten, later uit een Philips muziekdressoir (model ongeveer zoals op de afbeelding).

Mijn 2e album was ♫"Rock & Roll music to the world"♫ van Ten Years After. Luister hier naar het titelnummer:



1e CONCERTEN

Op de Instuif woonde ik mijn eerste muziekconcerten bij. Beginnende lokale bandjes vaak, zoals Nervous Attack, later omgedoopt tot Exodus en daarna Braband, op de foto v.l.n.r. Cor Mutsers - gitaar, Hans van Bree - drums en Pieter Jöris - bas.

Eén keer moest worden uitgeweken naar de grote zaal van het Gemeenschapshuis voor de Nederlandse groep Limousine, een pop- en funkband uit Rotterdam rondom zanger Okkie Huysdens en een voortzetting van de band Heart, begonnen met zangeres Patricia Paay (Okkie is de tweede van rechts op de foto). Limousine's eerste hit heette "Seventy-Five" en werd een succes. Later volgde nog o.a. "Don't let love bring you down". De lp "Limousine" kwam in 1976 uit. Ik heb hem toen meteen gekocht, maar ooit is hij om onduidelijke reden verdwenen uit mijn lp-collectie.

Limousine - "Seventy-five" (1975)


1977

De Instuiftijd was voorbij. Ik was de 16 gepasseerd, en mocht eindelijk ècht op stap in de weekends. De kroeg in dus. O.j.c. Walhalla in het oude kasteel in Deurne (foto) op vrijdag- en zaterdagavond, café de Vreekse Hut in Deurne op zondagmiddag, afgewisseld met o.j.c. Pepijn (tweede foto) en café 't Oventje in Asten. Dat waren voor mij de uitgaansgelegenheden.

De Golden Earring bracht hun eerste dubbel-live album uit. In juni zat mijn studie op de middelbare school erop, en ik trakteerde mezelf op een concert van de band, waarvan ik 6 jaar eerder mijn eerste lp had gekocht. Dat vond plaats in een feesttent in Helden op 3 augustus 1977.

Van bovenstaande LP verscheen de single "Just like Vince Taylor" dat al eerder werd uitgebracht op het album "Moontan" (1973) van de Earring.

"Golden Earring - "Just like Vince Taylor"


Eind van dat jaar kon ik aan de slag in jongerencafé 't Oventje in Asten, waar ik mijn tweelingbroer opvolgde als dj. Behalve beperkt Top 40-muziek en muziek uit de sixties en seventies ("gouwe ouwe") was het overwegend Blues en Rock wat ik draaide.

Maar begin jaren 80 was het de disco die haar opmars deed. Films als "Saturday Night Fever", "Grease" e.d. hadden grote invloed op de muziekcultuur van jongeren. Die zochten steeds meer de "spiegelbollen en lichtorgels" op. Café 't Oventje liep leeg, op een paar hardrockers na, en sloot uiteindelijk in 1983 haar deuren. Op de achtergrond van de foto boven prijkt een foto van Lynyrd Skynyrd, toen mijn favoriete band.


1e MUZIEKFESTIVAL

Live muziek in de vorm van concerten bezoeken werd pas eind jaren 70 echt "mijn ding". Het eerste grote festivalbezoek was op 15 mei 1978: de 9de editie van Pinkpop. Toen nog in het Burg. Damen-sportpark in Geleen. Het duurde 1 dag en kostte 25 gulden (voorverkoop 20). Het aantal bezoekers bedroeg 42.000 en was daarmee uitverkocht. Het programma zie je op onderstaand affiche.

De Limburgse band Partner opende het festival. In het filmpje "Kajuta Hill", hun eerste hit.

Het geheel werd aan elkaar gepraat door John Robert Parker Ravenscroft, ofwel John Peel, actief bij de BBC, en zo'n 35 jaar lang één van de invloedrijkste deejays ter wereld.

Ondanks de regen die met bakken naar beneden viel, en daardoor in de modder staan van 's middags tot 's avonds laat, was het voor mij destijds een geweldige ervaring.

Behalve standjes met eten stonden er ook kraampjes waar kartonnen flaps op waren gepunaised met daarop de tekst "Libanon". In die periode was Zuid-Libanon bezet door Israël, en er werd volop gerekruteerd voor de vredesmacht UNIFIL (United Nations Interim Force In Lebanon) die daar volgens resolutie 425 van de Veiligheidsraad moest worden gestationeerd. Maar bij nadere beschouwing had de kraam niks met rekrutering te maken: rode en gele Libanon was goeie hasj in die tijd...


1e MUZIEKCASSETTE EN CD

Mijn muzieksmaak veranderde stilletjes aan, zeker tijdens mijn DJ-periode (1977-1982). De Blues kreeg de overhand. Het was begin jaren 80 toen ik mijn eerste cassettedeck kocht en lp's leende om te kunnen opnemen. Te beginnen met een deel van de collectie binnen mijn familie. Mijn eerste opnames waren van Muddy Waters' (links op foto)

lp "Hard Again" -1977, het 12de studioalbum, geproduceerd door Johnny Winter. Kant B van de cassette bevatte de lp "Whoopin"-1984 van Sonny Terry (rechts op foto) met Johnny Winter en Willie Dixon. En ik was er weg van. Het aantal bandjes groeide snel, en ik ging stilaan ook meer Bluesvinyl kopen. Cd's waren bezig aan hun opmars, maar simpelweg te duur. Tot ik in 1989 mijn eerste Blues-cd, eentje van B.B. King, als cadeau kreeg bij het afscheid van mijn toenmalige job. Het was een verzamel-cd uit 1973, heruitgebracht in 1987.

Daarvan onderstaande track:

B.B. King - "How blue can you get"


Ik moest natuurlijk wel een cd-speler aanschaffen en vanaf toen ging het snel. "Bullit" in Eindhoven en "Sounds" in Venlo waren al mijn favoriete muziekwinkels. Later kwam daar "Music Machine" in Sittard bij, vooral omdat die veel aanbiedingen hadden. De collectie groeide mondjesmaat, maar 10 jaar later zou mijn cd-rek snel te klein zijn. De meeste cd's w.o. ook demo's kocht of kreeg ik later op festivals en concerten.

2e MUZIEKFESTIVAL

In de jaren 80 na mijn dj-tijd bleef het voor mij voor de komende 10 jaar rustig op muziekgebied, was er minder mee bezig. Ik ging naar de jaarlijkse Zomerfeesten in 't Walhalla in Deurne, die al vanaf 1966 werden georganiseerd, en hier en daar een concert in café 't Spektakel, o.j.c. Pepijn, o.j.c. Nirwana (Lierop), of andere kroegen in de buurt, maar daar heb ik geen documentatie van. Mijn 2e festivalervaring na Pinkpop in 1978 was die in Geel-Bel (provincie Antwerpen). Het betrof de 2e editie van het Geel-House-Rockfestival op het voetbalterrein van de plaatselijke KWB. Datum: 20-08-1994: een festival mèt Blues.

Setlist: Mary and The Girl, Pop in Wonderland, Roland (van Campenhout), Axelle Red, Beverly Jo Scott, Bettie Serveert, Rory Gallagher en Frankie Miller. Op het laatste werd de programmering, waarschijnlijk door ziekte van Gallagher, aangepast, en werd het Miller die mocht afsluiten.

Ik ging vooral voor mijn toenmalige favoriet, de Ier Rory Gallagher (achtergrondfoto van deze pagina) en de Schot Frankie Miller. Bovendien was het mijn eerste kennismaking met de muziek van de Vlaming Roland (van Campenhout). Vanaf toen nam mijn belangstelling voor de Blues opnieuw toe. N.B. Miller, toen 45 jaar, zou 5 dagen later een hersenbloeding krijgen en 5 maanden in een coma liggen. Gallagher stierf 10 maanden later op 14 juni 1995, 47 jaar oud. Mijn idool was dood. Je zou er de Blues van krijgen. In het filmpje beneden de beide heren samen aan het werk in destijds een van mijn favoriete muziekprogramma's op t.v., "Rockpalast" op WDR (Duitsland 3). Een programma wat meestal zaterdag- op zondagnacht werd uitgezonden en vaak duurde tot in de vroege uurtjes....

Rory Gallagher met zijn band en Frankie Miller tijdens een Rockpalast-opname: "Around and around".

BLUESTOWN

Een dik half jaar later, in maart 1995, ontdekte ik het wekelijkse Bluesprogramma "Bluestown" op de Belgische radiozender Studio Brussel elke donderdagavond van 21.00-23.30 uur. Een programma waarvan in april 1993 de eerste uitzending de ether werd ingestuurd. De samensteller en presentator van het programma was "burgemeester" van Bluestown Wim Vermeyen, zijn vervanger was Mark Lefever. Vanaf 8 juni zat ik elke donderdagavond aan de radio gekluisterd, stand-by met cassettedeck, koptelefoon, een borrel of pint en een joint, om "het beste" eruit te pikken (bij de 2e opnamesessie vernam ik over Rory Gallaghers overlijden). Op 11 december 1997 was de 200ste uitzending.:

♫Bluestown 11-12-1997 - "200-ste uitzending"


De laatste opname die ik maakte, is gedateerd 15 oktober 1998. Het programma verhuisde toen naar de maandagavond, duurde nog slechts een uurtje i.p.v. de oorspronkelijke 2½ uur. Maar inhoudelijk kon het me niet meer bekoren, het werd te commercieel en te "rockerig". Sinds Studio Brussel het programma Bluestown uiteindelijk afvoerde, raakte ik mijn raadgever bij de muziekaankoop kwijt. Maar ondertussen had ik zo'n 75 uur Blues, Roots, Cajun, Zydeco en aanverwanten op band staan. De Blues liet me niet meer los. En veel van wat ik hoorde op Bluestown wilde ik ook live zien. De tips in het programma van jaarlijks terugkerende festivals waren meer dan welkom geweest, het Internet deed de rest. En zo brak een tijd aan van het ene concert of festival na het andere (zie pagina Concerten). Vooral in België. Van het programma zijn overigens ook een paar verzamel-cd's uitgebracht, kijk op muziekweb.nl

VERENIGDE STATEN

Eind 1995. Voorafgaand aan een Cajun/Zydeco-concert van de Nederlandse Captain Gumbo in café De Potdeksel in Deurne, stelde mijn tweelingbroer, die zelf speelde in een Bluesband, voor om een Bluesreis door de VS te gaan maken. En zo werd beslist. Na de voorbereidingen zoals o.a. lezen over het ontstaan van de Blues e.d., een route uitstippelen en andere zaken vlogen we 31 maart 1996 van Schiphol naar Houston Int. Airport in Texas. Op 15 april gingen we weer huiswaarts. Een schitterende ervaring rijker. Vanaf toen kreeg ik de smaak echt te pakken. Ik wilde meer, zo niet "alles" weten van Blues. In 1999 deed ik met twee toenmalige collega's de reis nog eens over en in 2005 volgde een reis naar Chicago (zie pag. concerten). Behalve druk bezig met het plannen en bezoeken van allerlei Bluesevenementen, vooral in België, ging ik van midden 2002 tot eind 2015 deel uitmaken van het bestuur van Stichting Blues Asten (BLAST, later BLAST Blues Promotion). Zo was ik ruim 13 jaar en ruim 200 Bluesconcerten betrokken bij de organisatie van de jaarlijkse Paasblues (een soort estafette van vier dagen in plaatselijke kroegen tijdens het Paasweekend), de Zomeravondblues op de Markt in Asten en hier en daar nog wat "losse" concerten door het jaar heen.

Vanaf 2015 is mijn aantal bezoeken aan concerten drastisch geminderd, om persoonlijke en medische redenen. Het genieten van Bluesmuziek is er niet minder om geworden en mijn Bluescollectie is in ieder geval in al die tijd aardig gegroeid. Om de collectie te bekijken, klik op de button (opent een pdf-file).